Statuten Stichting De Prinsehof

OPRICHTING STICHTING DE PRINSEHOF DEN HAAG

Op vijfentwintig oktober tweeduizend vierentwintig (25-10-2024) verscheen voor mij, mr. [afgeschermd], toegevoegd notaris, hierna te noemen: notaris, bevoegd om akten te passeren in het protocol van mr. [afgeschermd], notaris te [afgeschermd] de persoon [afgeschermd]. Deze persoon wordt in deze akte ook wel 'de oprichter' genoemd. De oprichter richt bij deze akte een stichting op en stelt daarvoor de volgende statuten vast.
 

STATUTEN 

Artikel 1 - Naam en zetel

1.      De naam van de stichting is: Stichting De Prinsehof Den Haag.

2.      De stichting is gevestigd in de gemeente Den Haag.

3.      De stichting kan wettelijk gezien geen leden hebben.

 

Artikel 2 - Doel

1. De stichting heeft als doel: het faciliteren en coördineren van onderhoud door derden van onder meer gangpaden, de buitenkant van de woningen en de 'openbare delen' van Prinsehof in Den Haag, gelegen aan Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag, alsmede de instandhouding van Prinsehof in Den Haag, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Tot dit doel behoort niet het doen van uitkeringen aan de oprichter of aan hen die deel uitmaken van organen van de stichting.
 

2. De stichting heeft geen winstoogmerk.
 

3. De stichting beoogt het algemeen nut.

 

Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag 

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit één of meer natuurlijke personen. Indien en zodra de ANBI-status voor de stichting wordt aangevraagd bestaat het bestuur van de stichting uit tenminste drie natuurlijke personen. De vergadering van deelnemers stelt het aantal bestuurders vast. Een nietvoltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen. Eén bestuurder kan meer van deze functies vervullen.
 

2. De bestuurders worden benoemd door het bestuur op voordracht van de vergadering van deelnemers. Het bestuur informeert de vergadering van deelnemers zo spoedig mogelijk over het ontstaan van een vacature in het bestuur. De voordracht tot benoeming van een bestuurder wordt schriftelijk ingediend bij het bestuur. Een voordracht bevat voor elke te vervullen vacature ten minste twee personen. Het bestuur is vrij in de benoeming als de vergadering van deelnemers de voordracht niet uiterlijk drie maanden na het ontstaan van de te vervullen vacature schriftelijk heeft ingediend bij het bestuur.
 

3. Iedere bestuurder moet voldoen aan de volgende vereisten:

    a.       een bestuurder is een natuurlijk persoon;

    b.       een bestuurder heeft het vrije beheer over zijn vermogen;

    c.       een bestuurder is in de laatste vijf jaar niet door de rechtbank ontslagen als bestuurder van een stichting;

    d.       een bestuurder moet (mede)eigenaar en/of bewoner zijn van een woning aan Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag.
 

4. Bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
 

5. Alle bestuurders kunnen een vergoeding krijgen van de kosten die zij redelijkerwijs hebben gemaakt in de uitoefening van hun functie. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
 

6. Een bestuurder kan worden geschorst door het bestuur. Na een schorsing roept het bestuur een nieuwe vergadering bijeen, die wordt gehouden binnen vier weken na de schorsing. In die vergadering wordt besloten of de schorsing wordt opgeheven, de schorsing wordt verlengd of de betreffende bestuurder wordt ontslagen. Een schorsing kan in totaal nooit langer dan drie maanden duren. De schorsing vervalt als geen besluit tot verlenging wordt genomen binnen de hiervoor vermelde termijn van vier weken of als na verloop van drie maanden geen besluit tot ontslag van de betreffende bestuurder is genomen.
 

7. Een bestuurder verliest zijn functie:

    a.       door zijn overlijden;

    b.       door zijn faillissement, door op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of                              doordat hij surseance van betaling verkrijgt;

    c.       door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen;

    d.       door zijn vrijwillig aftreden;

    e.       door zijn ontslag gegeven door het bestuur;

    f.        door zijn ontslag door de rechtbank;

    g.       door het niet meer zijn van (mede)eigenaar en/of bewoner van een woning aan Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den                              Haag, tenzij de overige bestuursleden unaniem oordelen dat het bestuurslid waardevolle kennis heeft of betrokkenheid                          biedt.
 

8. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overige bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast. Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders is een door het bestuur daartoe voor onbepaalde tijd aan te wijzen persoon tijdelijk met het bestuur belast. Onder belet wordt in elk geval verstaan schorsing en het geval waarin om welke reden ook gedurende een aaneengesloten periode van minimaal tweeënzeventig uur door de stichting of een medebestuurder geen contact met een bestuurder kan worden verkregen, met dien verstande dat het bestuur kan besluiten dat een andere periode van toepassing is. 
 


Artikel 4 - Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming 

1. Ieder bestuurslid mag een bestuursvergadering bijeenroepen.
 

2. De bijeenroeping van de bestuursvergadering vindt schriftelijk plaats. Hierbij wordt aangegeven op welke dag de vergadering plaatsvindt, op welk tijdstip de vergadering start en welke onderwerpen er op de agenda staan. De bijeenroeping moet minimaal zeven dagen vóór de dag van de vergadering gebeuren. De dag waarop de bijeenroeping gebeurt en de dag van de vergadering worden voor deze termijn niet meegerekend. De bijeenroeping kan ook per e-mail gebeuren als bestuursleden hebben aangegeven dat zij daarmee akkoord zijn en hun e-mailadres daarvoor hebben opgegeven.
 

3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
 

4. Als wordt gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur ondanks dat rechtsgeldige besluiten nemen als alle bestuursleden in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
 

5. Een bestuurslid kan een medebestuurslid schriftelijk machtigen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een in een e-mailbericht vastgelegde volmacht geldt als schriftelijke volmacht. Een bestuurslid kan niet meer dan één medebestuurslid in de vergadering vertegenwoordigen.
 

6. In de vergaderingen van het bestuur heeft ieder bestuurslid één stem. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Met 'volstrekte meerderheid' wordt bedoeld dat meer dan de helft van de stemmen vóór het besluit is uitgebracht. Als er evenveel stemmen vóór als tegen zijn, dan geldt het besluit als niet genomen.
 

7. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met de stichting verbonden onderneming of organisatie. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan is het betreffende bestuurslid toch bevoegd om deel te nemen aan beraadslagingen en de besluitvorming en is het bestuur bevoegd het besluit op deze wijze te nemen. Het bestuur legt dan schriftelijk vast welke overwegingen aan het besluit ten grondslag liggen.
 
 

Artikel 5 - Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter bepalen de bestuursleden wie van hen de vergadering voorzit.
 

2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de manier waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
 

3.  Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, wanneer er werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd agendapunt of voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan in twijfel getrokken, dan wordt er opnieuw gestemd als de meerderheid van de aanwezige bestuursleden dit verlangt. Als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, wordt er opnieuw gestemd als een van de aanwezige bestuursleden dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
 

4. Er worden notulen gemaakt van bestuursvergaderingen. De voorzitter wijst in de vergadering degene aan die de notulen maakt. Na het vaststellen van de notulen worden deze door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend.
 

5. Het bestuur kan ook op een andere manier dan in een vergadering besluiten nemen, als alle bestuursleden hun stem schriftelijk uitbrengen. Een besluit is dan genomen als alle bestuursleden hebben laten weten vóór het voorgestelde besluit te stemmen. Als in deze statuten staat dat een besluit in een vergadering genomen wordt, ongeacht of hiervoor een bepaald aanwezigheidsquorum of bepaalde meerderheid is voorgeschreven, kan het besluit ook op een andere manier genomen worden. Ook dan geldt dat het besluit alleen genomen is als alle bestuursleden hebben laten weten vóór het voorgestelde besluit te stemmen. Bestuursleden kunnen hun stem per e-mail uitbrengen als zij een emailbericht sturen naar het door het bestuur hiervoor vastgestelde emailadres.

 

Artikel 6 - Bestuur: taken en bevoegdheden 

1. Het bestuur moet de stichting besturen. Ieder bestuurslid is tegenover de stichting verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Van de vermogenstoestand en alle werkzaamheden van de stichting houdt het bestuur een administratie bij. Deze administratie moet up-to-date zijn zodat op ieder moment inzichtelijk is wat de rechten en verplichtingen van de stichting zijn. De administratie moet worden bewaard op een manier zodat daar later nog inzage in kan zijn. Het bestuur moet de administratie minimaal zeven jaar bewaren en voor inzage beschikbaar houden. Deze administratieverplichting staat in artikel 2:10 Burgerlijk Wetboek.
 

2. Het bestuur houdt een register bij waarin is opgenomen aan welke personen de stichting een uitkering heeft gedaan. Het gaat hierbij om uitkeringen die niet groter zijn dan vijfentwintig procent (25%) van het voor uitkering vatbare bedrag in een bepaald boekjaar. In het register worden de namen en adressen geregistreerd van de personen die een uitkering hebben ontvangen, de hoogte van de uitkering en de datum waarop de uitkering is gedaan. Deze verplichting staat in artikel 2:290 Burgerlijk Wetboek.
 

3. Het bestuur mag de besluiten nemen in de zin van artikel 2:291 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Dit betekent onder meer dat het mag besluiten een registergoed aan te kopen en zich mag borgstellen.
 

4. Als de stichting erfgenaam is, dan mag het erfgenaamschap door het bestuur alleen beneficiair worden aanvaard.
 

5. Uitgaven van de stichting ten behoeve van Prinsehof te Den Haag vinden slechts plaats na overleg met de eigenaren en bewoners van Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag in een vergadering. Afwijkingen van de bewonersbeslissing moeten schriftelijk door het bestuur worden vastgelegd en aan de bewoners van Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag worden gemeld.

 

Artikel 7 - Bestuur: vertegenwoordiging 

1. De stichting wordt vertegenwoordigd door:

    -         alle bestuursleden;

    -         twee bestuurdersleden, van wie een de voorzitter, secretaris of penningmeester is. Een individueel bestuurslid kan de stichting niet vertegenwoordigen, tenzij het bestuur uit één bestuurslid bestaat.
 

2. Het bestuur kan besluiten om een incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuursleden en/of aan anderen te geven, waarmee de stichting volledig wordt vertegenwoordigd of voor bepaalde besluiten en handelingen.
 
 

Artikel 7.a - Deelnemers

1. Deelnemers zijn zij, die zich als deelnemer bij de stichting hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig zijn toegelaten.
 

2. Deelnemers kunnen zijn meerderjarige natuurlijke personen en rechtspersonen. Ook samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid (maatschappen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen) kunnen deelnemer zijn. Het deelnemerschap van een dergelijk samenwerkingsverband betekent het deelnemerschap van de gezamenlijke vennoten. Het samenwerkingsverband wordt daarbij beschouwd als één deelnemer. De rechten van het samenwerkingsverband als deelnemer kunnen alleen worden uitgeoefend door een vennoot die bestuursbevoegdheid heeft. De vennoten van het samenwerkingsverband wijzen een van hen aan als de vennoot die namens het samenwerkingsverband de rechten als deelnemer zal uitoefenen.

Een deelnemer moet verder voldoen aan de volgende eisen:

    -         de deelnemer moet bekwaam zijn overeenkomsten te sluiten;

    -         de deelnemer moet een deelnemersovereenkomst met de stichting hebben gesloten;

    -         Een deelnemer moet (mede)eigenaar en/of bewoner zijn van een woning aan Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag.

Als en zolang een deelnemer niet voldoet aan het bepaalde in dit lid, kan hij de rechten die aan zijn deelnemerschap verbonden zijn niet uitoefenen.
 

3. Telkens als het bestuur dit wenselijk acht, maar ten minste één keer per jaar, wordt een vergadering bijeengeroepen waarvoor alle deelnemers worden uitgenodigd. Deze vergadering wordt aangeduid als de vergadering van deelnemers. Een vergadering van deelnemers wordt bijeengeroepen door het bestuur. Het bestuur is verplicht een vergadering van deelnemers bijeen te roepen op verzoek van ten minste een/vierder gedeelte van de deelnemers. De vergadering van deelnemers kan een voorzitter van de vergadering van deelnemers aanwijzen. Als een dergelijke voorzitter is aangewezen, heeft hij de bevoegdheid om zelfstandig vergaderingen van deelnemers bijeen te roepen wanneer hij dit wenselijk acht, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur daartoe.
 

4. Behalve de deelnemers hebben ook alle bestuurders toegang tot de vergadering van deelnemers. Zij mogen in die vergadering het woord voeren. Over toelating van anderen dan de hiervoor bedoelde personen beslist het bestuur.
 

5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vergadering van deelnemers en bij zijn ontbreken de voorzitter van het bestuur. Wordt op deze wijze niet in het voorzitterschap van de vergadering voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf. De vergadering wijst een secretaris aan die de notulen houdt.
 

6. Iedere deelnemer heeft één stem. Besluiten van de vergadering van deelnemers worden genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen.
 

7. Het deelnemerschap eindigt door:

    -         het einde van de deelnemersovereenkomst;

    -         het overlijden van een deelnemer; is een rechtspersoon deelnemer dan eindigt zijn deelnemerschap wanneer hij ophoudt te                bestaan, ook als dit ophouden te bestaan het gevolg is van fusie of splitsing; Door het toe- en uittreden van vennoten                                eindigt het deelnemerschap van het samenwerkingsverband niet, maar bij uittreding participeert een vennoot niet langer in                het deelnemerschap, terwijl toetreding met zich brengt dat een vennoot deel krijgt in het deelnemerschap;

    -         het niet meer zijn van (mede)eigenaar en/of bewoner van een woning aan Prinsegracht 88 tot en met 108 te Den Haag.



Artikel 7.b - Donateurs

1. Donateurs zijn zij, die zich als donateur bij de stichting hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Er kunnen verschillende categorieën donateurs zijn.
 

2. Het bestuur stelt jaarlijks een minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, hetzij eenmalig, door een donateur aan de stichting is verschuldigd. De minimale bijdrage kan per categorie verschillen.
 

3. De stichting houdt een register bij, waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.
 

4. Donateurs hebben kosteloos of tegen verminderd tarief toegang tot door het bestuur te bepalen, van de stichting uitgaande evenementen. Donateurs hebben recht op kosteloze ontvangst van een eventueel door de stichting uit te geven nieuwsbrief of ander periodiek.
 

5. Donateurs hebben overigens geen rechten of verplichtingen ten opzichte van de stichting.
 

6. Een donateur kan het donateurschap opzeggen met een opzegtermijn van een maand met een schriftelijk bericht aan de stichting. Een donateur kan geen aanspraak maken op restitutie van een reeds betaalde bijdrage.
 
 

Artikel 8 - Boekjaar; verslaggeving

1. Het boekjaar loopt gelijk aan het kalenderjaar.
 

2. Het bestuur moet elk jaar binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting (laten) opstellen. De penningmeester zendt deze documenten vóór het einde van deze termijn aan alle medebestuursleden. Het bestuur kan verplicht zijn ook een jaarrekening en een bestuursverslag te maken. Dit geldt voor bepaalde stichtingen die een onderneming hebben en staat in artikel 2:300 Burgerlijk Wetboek. Als het bestuur verplicht is een jaarrekening en jaarverslag te maken, dan wordt dit ter inzage gelegd op het kantoor van de stichting met de op grond van de wet toe te voegen gegevens.
 

3. Het bestuur kan een accountant aanwijzen om de balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken. Dit staat in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Deze accountant brengt over dit onderzoek verslag uit aan het bestuur met een controleverklaring. Hierna kan het bestuur overgaan tot het vaststellen van de balans en de staat van baten en lasten.
 

4. Binnen één maand nadat de balans en de staat van baten en lasten van de stichting of de jaarrekening is opgemaakt, wordt deze vastgesteld door het bestuur. Deze documenten worden ondertekend door alle bestuursleden. Als een handtekening ontbreekt wordt de reden daarvan op het document vermeld.
 

5. De in lid 2 vermelde termijn kan door het bestuur worden verlengd met maximaal vier maanden. Er moet dan sprake zijn van bijzondere omstandigheden.
 

6. De stichting bouwt een reserve op om de continuïteit van haar werkzaamheden te waarborgen en maakt jaarlijks een planning en begroting voor de verwachte (onderhouds)kosten. Deze reserves worden via donaties en fondsenwerving aangevuld. Indien de gangpaden of ander registergoed van Prinsehof te Den Haag eigendom worden van de stichting, is de stichting ook verantwoordelijk voor het onderhoud ervan.
 
 

Artikel 9 - Reglementen

1. Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen. In een reglement worden regels vastgelegd die het bestuur nodig vindt voor de uitvoering van de bestuurstaak. Een reglement mag niet in strijd zijn met de statuten of de wet. Het bestuur kan een reglement wijzigen en ook intrekken.
 

2. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd met datum vanaf wanneer het geldt. Deze datum kan niet zijn gelegen vóór de datum waarop het besluit tot het vaststellen van het reglement werd genomen.
 
 

Artikel 10 - Statutenwijziging

1. Het bestuur mag de statuten wijzigen.
 

2. Het besluit tot statutenwijziging wordt genomen met een meerderheid van minimaal twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging geagendeerd is het minimale aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan na die vergadering een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen. Deze nieuwe vergadering vindt niet eerder plaats dan drie weken na de eerste vergadering, maar niet later dan zes weken na de eerste vergadering. In de nieuwe vergadering kan het besluit tot statutenwijziging worden genomen met een meerderheid van minimaal twee derde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
 

3. De woordelijke tekst waarmee de statuten gewijzigd zouden moeten worden, wordt bij de oproeping meegestuurd naar alle bestuursleden. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval minimaal twee weken.
 

4. De statuten worden met een notariële akte gewijzigd. Een statutenwijziging gaat in op het door het bestuur bepaalde moment. Dit moment ligt na het ondertekenen van deze akte. Elk bestuurslid is bevoegd de akte te ondertekenen. Het bestuur kan een of meer anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, machtigen om de akte te ondertekenen.
 

Artikel 11 - Fusie; splitsing; omzetting

Als het bestuur een besluit wil nemen om de stichting te laten fuseren, te splitsen of in een andere rechtsvorm om te zetten, dan moeten naast de wettelijke regels ook de regels van het vorige artikel worden gevolgd.



Artikel 12 - Ontbinding en vereffening

1. Het bestuur mag besluiten de stichting te ontbinden Op dit besluit is wat er in artikel 10 is bepaald van toepassing.
 

2. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo. Het batig saldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling.
 

3. Het bestuur moet het vermogen van de stichting vereffenen, tenzij er bij het ontbindingsbesluit een of meer andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
 
 

Artikel 13 – Eerste boekjaar

Voor het eerste boekjaar geldt dat dit loopt tot en met eenendertig december tweeduizend vijfentwintig.
 
 

SLOTVERKLARINGEN

De verschenen persoon verklaarde ten slotte:

 

Eerste bestuur

In afwijking van hetgeen hiervoor in de statuten staat vermeld wordt het eerste bestuurslid bij deze akte benoemd. Het eerste bestuur wordt gevormd door genoemde persoon [afgeschermd].

 

Adres

Het bezoekadres van de stichting is Prinsegracht 92, 2512 GC Den Haag.


 

SLOT

De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE is verleden te [afgeschermd], op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden een conceptakte te hebben ontvangen en van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en met die inhoud in te stemmen en te zijn gewezen op de gevolgen, die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris.

© Copyright, Stichting De Prinsehof 2025  |  Alle rechten voorbehouden  |  Contact 
KVK-nummer: KVK95342222  |  BTW-nummer: NL867093675B01  |  NL82INGB0108268004  |  Statuten stichting  |  Juridische informatie  |  FAQ

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.